Genomineerd categorie Akkerbouw: Jan Reinier de Jong
‘Energieopslag past beter dan een tweede intensieve teelt’
Het bericht dat Jan Reinier de Jong gekwalificeerd is voor de finale van de Agrafiek-Award en zich mag melden tijdens de komende ATH-beurs wordt in Odoorn met enthousiasme ontvangen: “Daar ben ik echt oprecht blij mee. We hebben best wat leuke dingen gedaan, de laatste tijd en dan is het wel leuk dat je daar waardering voor krijgt. Ik vind dat wij op de goede weg zijn, maar de meeste mensen weten dat niet.”
Die leuke dingen, zoals Jan Reinier ze zelf noemt zijn vooral ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid. “Ons hoofdproject is energieopslag. Dat is gegroeid naar 1050 zonnepanelen en daar hebben we een megagrote accu naast gezet. Sinds maart dit jaar zijn we aan het handelen met stroom op de energiemarkten. Dat is nog heel pril, maar zeker een activiteit die goed past in het totaalplaatje. Hierbij hoort ook het voorop lopen met GPS-techniek en het feit dat wij een de eerste broedplaats van Nederland zijn geworden.” De broedplaats is een initiatief van Stichting Veldleeuwerik waarbij het akkerbouwbedrijf een plek is geworden waar een duurzame vorm van akkerbouw wordt getoond aan collega-akkerbouwers, ketenpartners, scholen, inwoners en andere geïnteresseerden. Een plaats waar kennis wordt gedeeld, nieuwe kennis wordt opgedaan en vermenigvuldigd.”
Naast de energieopslag heeft De Jong natuurlijk ook nog ‘gewoon’ een akkerbouwbedrijf, waaraan hij dagelijks zeer veel tijd besteedt: “Ik vind werken op de boerderij heel mooi. Of het nou gaat om aardappels poten, bieten poten, bieten zaaien of aardappelselectie. Het maakt mij niet uit: domme of hoogstaande werkzaamheden, alle seizoenen en alles wat erbij hoort vind ik geweldig. Maar ik zoek buiten mijn bedrijf ook de nodige uitdaging, al blijft de corebusiness natuurlijk akkerbouw. Met andere woorden: wel investeren, maar daarin keuzes maken in verband met de tijd.”
De Jong is dus voortdurend in gevecht met de klok. Een bekend probleem, maar voor iemand als die nooit stil kan zitten en altijd vooruitdenkt soms een tergend groot obstakel: “Ik wil best wel investeren in dingen en daar wil ik ook best wel substantiële bedragen voor aanwenden, maar tijd is de beperkende factor. Vandaar dat energieopslag beter past dan een tweede intensieve teelt.”
Zijn pioniersgeest helpt hem daar ook niet bij: “Als ik nou de vierde was die zo’n energieopslag-systeem heeft gekocht: dan was ik snel klaar. Maar ik ben de eerste en dat moet je eigenlijk nooit doen. We hebben heel veel gepionierd, dat kost heel veel tijd, maar is ook wel weer heel leuk.”
Volgens eigen zeggen kan De Jong niet stilzitten: “Ik loop mezelf nog niet voorbij, maar dat gaat ongetwijfeld wel een keer gebeuren.” Tot die tijd gaat hij gewoon lekker door waarmee hij bezig is: “Als ik de rest van mijn leven alleen maar het standaardwerk op de boerderij zou moeten doen, dan was ik doodongelukkig. De wintermaanden zijn voor mij altijd erg moeilijk, want dan kunnen we niks doen op het land. Daarom heb ik ook heel veel dingen erbij gedaan, maar ik kom altijd weer terug bij de boerderij, want dat blijft het mooiste. Bestuursfuncties geweldig, maar hier gebeurt het. Mijn vader loopt hier ook nog vaak rond, dus die zit hetzelfde in elkaar.”
Het akkerbouwbedrijf beslaat inmiddels ruim honderd hectare, dit jaar bestaande uit een bouwplan met onder meer pootgoed, zetmeelaardappelen, suikerbieten, agrarisch natuurbeheer en brouwgerst. Het bedrijf is afgelopen jaren gestaag gegroeid. Een geleidelijk proces, waarvoor De Jong zeer bewust heeft gekozen: “Toen ik het bedrijf van mijn ouders over nam in 2006 was het een kleine 70 ha groot. In de laatste tien jaar is daar een hectare over dertig bijgekomen, het gaat dus met kleine sprongetjes. Ik wil best die grote stap maken, maar dan moet zich dat wel aandienen. Ik geloof meer in stap-voor-stap in plaats van in één keer heel veel grond erbij kopen. Daar word ik denk ik ook niet gelukkig van.”
Bij het betreden van zijn erf valt het niet direct op, dat het akkerbouwbedrijf zoveel anders is dan andere vergelijkbare bedrijven. Een grote zeecontainer trekt wel direct de aandacht. Het gevaarte blijkt de opslagplaats te zijn voor een grote accu, die nodig is omdat De Jong vier schuren vol met zonnepanelen heeft. “Die energieopslag is nu ook gekoppeld aan onze aardappelbewaring. Als de energieprijs laag is, gaan we meer koelen en als stroom heel duur is; dan zetten we onze koeling even uit. Dat zorgt voor een flinke besparing op de energierekening van ons bedrijf. Alle akkerbouwers die ook maar enigszins aan opslag doen, zouden dit systeem moeten hanteren”, vindt De Jong. “Dat geldt overigens ook voor melkveehouders, want die zouden het kunnen koppelen aan de melktank.”
De besparing is overigens wel relatief: bij een negatieve stroomprijs krijgt De Jong geld toe om de stroom van het net te halen. Even later kan hij die stroom weer voor een mooie prijs verkopen: “Dat zijn mooie momenten”, aldus De Jong. Maar de voorwaarden zijn niet altijd zo gunstig: “De eerste maanden gingen moeilijk waardoor we amper de netwerkvergoeding konden betalen. Inmiddels gaat het een stuk beter. Op sommige dagen beuren we meer dan 20 cent per kWh. Helaas nog niet elke dag, maar dat geeft wel aan dat het kan. Iedereen is er erg content mee.”
Volgens De Jong zijn dergelijke innovaties noodzakelijk geworden: “Boeren die nog geen zonnepanelen hebben zijn over 25 jaar geen boer meer”, zegt hij stellig. “Gelukkig zijn er in de landbouw al behoorlijke stappen gemaakt. We zijn daarin bijvoorbeeld al verder dan het MKB, dat ook voldoende daken beschikbaar heeft om zonnepanelen te plaatsen.”
De manier van innoveren laat De Jong graag aan de individuele akkerbouwer over. “Of het nou zelf bedacht is of van de buurman, dat maakt niet uit. Beter goed gejat, dan slecht bedacht. Wij willen dit energieproject zoveel mogelijk uitdragen, dus de nominatie voor de Agrafiek-Award komt op een goed moment. Momenteel houden we regelmatig lezingen over energieopslag en via Stichting Veldleeuwerik promoten wij deze methode ook zoveel mogelijk. In de agrarische sector zijn mijn werkzaamheden wel bekend, maar laten we het vooral ook vertellen aan de rest van de wereld. Misschien dat deze award ervoor kan zorgen dat ook andere media het gaan oppakken, dat zou ik mooi vinden. Het winnen van de Agrafiek-Award is voor ons heel belangrijk om de dingen waarin wij geloven te promoten.”
De Jong volgt de verrichtingen van Pieter van der Burg (de Agrafiek-winnaar van 2014) ook op de voet. “Ik ken hem niet persoonlijk, maar volg hem wel op twitter. Ik zie dat wij over dezelfde dingen nadenken, dus dat schept wel een band.”
Komende jaren is De Jong van plan te blijven innoveren, zelfs als het even tegen mocht zitten: “Er zijn altijd dingen waar ik nog mee bezig ben. Sommige worden een succes, anderen niet. Mijn motto: ‘Gewoon stug volhouden. Als je ergens in gelooft, dan moet je er gewoon voor gaan.’ En je ziet het: dan komt er vanzelf een moment dat je genomineerd wordt voor een innovatieprijs als de Agrafiek-Award. Mijn tip voor collega-akkerbouwers? Laat je niet ontmoedigen, gewoon stug volhouden!”